Het berekenen van het huurrendement is belangrijk om te weten of u winst maakt op uw verhuurde woning of ander vastgoed. Het berekenen van het rendement gaat eigenlijk heel eenvoudig, al kan het wel op verschillende manieren. Wij nemen in dit artikel de meest gebruikelijke methode met u door.
Fictieve voorbeeld berekening huurrendement
We berekenen het huurrendement aan de hand van enkele fictieve gegevens. Hierbij de gegevens van een fictief scenario:
- De huurwoning kost u als verhuurder €9.000 per jaar
- De huuropbrengsten bedragen €9.500 per jaar
- Het rendement is dan (9.500/9.000) = 5.55%
Een rendement van 5 á 6 procent is tegenwoordig erg hoog. Zeker in de grote steden is een rendement van 3 á 4 procent gebruikelijker.
Hoe zit het dan met de restwaarde
Nu zult u zich afvragen hoe het dan zit met de restwaarde. Want de kosten in het fictieve voorbeeld bedragen €9.000, maar dat is grotendeels aflossing op een lening. Na afloop van de beleggingshypotheek, heeft u inderdaad pure winst. Toch wordt in het huurrendement daar weinig tot geen rekening mee gehouden. Hier wordt wel rekening mee gehouden als een investeerder een beleggingspand koopt. Dit is uiteraard een belangrijke reden om in vastgoed te gaan beleggen.
Huurrendement als u een woning grotendeels of volledig zelf financiert
Stel dat u een beleggingspand koopt voor €200.000 en deze volledig uit eigen zak financiert, dan heeft u zo goed als geen kosten. Toch wordt in de praktijk bij het berekenen van het huurrendement altijd rekening gehouden met een financiering en/of hypotheek. Niet iedereen koopt vastgoed zonder hypotheek en een vastgoedhypotheek is zeer gebruikelijk. Maar het kan natuurlijk zo zijn dat u een gedeelte zelf financiert. In de beleggingsmarkt wordt meestal gerekend met 20% eigen geld. Dit is ook een vereiste bij vrijwel alle beleggingshypotheken.